maandag 27 april 2009

Nederland, weer thuis

"Huil niet omdat het voorbij is, maar lach omdat je het hebt meegemaakt"

Uit: Coachingskalender 2009


Op een koude, maar zonovergoten dag komen we aan op Schiphol. Ondanks het belachelijk vroege tijdstip staan onze families op ons te wachten. Speciale vlaggen worden aan de fietsen gemonteerd voor onze 'intocht'. Met 9 vrienden en familieleden vormen we een pelotonnetje door de Hollandse polder, van Schiphol naar Utrecht. Strak asfalt, keurige richtingaanwijzers en heuse fietspaden vallen ons ineens op. De tijd vliegt en we komen dan ook iets te laat aan bij het afgesproken kroegje. Het terras staat vol gepakt, is dit het kroegje dat we hebben geboekt?! Dat kan toch niet allemaal voor ons zijn...Een applaus start en als we dichterbij komen zien we inderdaad allemaal bekende gezichten, wat een onthaal! We voelen ons ware helden.


De weken daarna zijn wat pittiger; donker, regenachtig en iedereen werkt gewoon, behalve wij. Op internet struinen we naar vacatures en tussendoor kijken we naar onze filmpjes van de reis. Het lijkt alweer zo lang geleden en er is helemaal niets veranderd ondertussen. 'Tien maanden waren we overal helden, maar nu zijn we plotseling loosers zonder baan'. Dat is wel even slikken en vooral mijn humeur lijdt eronder.


Gelukkig hebben we meteen weer iets om naar uit te kijken. Een weekje skien met de familie Kelderman in Les Arcs en aansluitend toerskien in het Zwitserse Wallis. Prima weer en veel sneeuw en nog een echt avontuur hoog in de bergen. 


Zie de link voor een filmpje


Janneke heeft al snel een baan gevonden en start op 1 april in haar vertrouwde vakgebied, dat is vooral geweldig en daarbij een zorg minder. Voor mij is het in eerste intantie tegengevallen. Het leek erop dat ik ook per 1 april zou kunnen starten bij Philips, maar daar is helaas vertraging in gekomen. De zoektocht duurt momenteel voort en het is duidelijk te merken dat dergelijke processen langzamer verlopen dan dat een jaar geleden zou zijn gegaan. 


Maar het allerbeste komt nu: Janneke is zwanger teruggekomen van onze reis! Bij de thuiskomst wisten we het een weekje en nu zijn er 16 weken verstreken. Half oktober krijgen we een kindje en we kijken daar enorm naar uit. Een geweldig souvenir van ons prachtige avontuur!


Ondertussen proberen we er ook in Nederland af en toe op uit te trekken, vooral met de racefiets. Dat kan ook prachtig zijn. Zo zaten we vorige week in de volle zon op de pont van Slot Loevestein naar Woudrichem te genieten van een vrolijke jazzband die voor de passagiers speelde.


Hiermee komt er een einde aan deze webblog. We hopen dat jullie het leuk vonden om op deze manier met ons mee te reizen. Voor ons is het een document geworden waarin we de hoogtepunten van de tocht hebben vastgelegd. Het is maar een fractie van onze belevenissen, want we hadden nog veel meer kunnen schrijven, meer foto's kunnen oploaden en filmpjes kunnen tonen. 


Als afsluiting nog een korte video:


woensdag 18 februari 2009

Maleisie

De laatste loodjes

Zoals dat hoort bij laatste loodjes, zijn ze zwaar. In dit geval meer mentaal dan fysiek. Na het verlaten van het Thaise paradijs moeten we in korte tijd nog ruim 600 km wegtrappen naar Kuala Lumpur. Via een hoofdweg. Dagelijks staren we urenlang naar asfalt terwijl we ons best doen uiterst links in de vluchtstrook te balanceren. De warmte en luchtvochtigheid nemen toe, even als onze weerzin. Na 4 dagen fietsen vragen we ons voor het eerst echt af waar we in hemelsnaam mee bezig zijn. Hier is niets aan! Planner Maarten buigt zich 's avonds over de kaart en komt met de redding:

We laten ons de volgende dag omhoog brengen naar de Cameron Highlands, de groentetuin van Maleisie. Hier is het mooi, inderdaad hoog, koel en groen. We relaxen hier 2 dagen, lopen door het oerwoud, over de theeplantages en eten versgeplukte aardbeien.

De allerlaatste fietsetappe is die van een (onverdiende) afdaling, een hele lange met geweldig uitzicht over de mistige jungle en enorme theeplantages. Onze mentale redding betekent wel dat we Kuala Lumpur niet fietsend kunnen halen en de laatste 150 km naar de hoofdstad leggen we slapend af, per bus.

In Kuala Lumpur vieren we de afsluiting van 'het avontuur van ons leven'. Het had alles: afzien, zweet en tranen, maar nog veel meer blijdschap, verwondering en extase. We zijn ongelooflijk trots en enorme bofkonten dit avontuur mee te hebben mogen maken.

Maar nu is het mooi geweest, we komen er aan! Op 14 februari zetten we weer wiel op nederlandse bodem en rijden we de áller állerlaatse kilometers van ons avontuur naar huis.

Wie dot mij wat, wie dot mij wat, wie dot mij wat vandage.
'k Hen de banden vol met wind, nee ik heb ja niks te klagen.
Wie dot mij wat, wie dot mij wat, wie dot mij wat vandage.
'k Soll wel zeggen ja het mag wel zo.

Skik – Op Fietse

Maarten en Janneke

dinsdag 3 februari 2009

Thailand

De Beloning

Thailand is een prachtig vakantieland, in het bijzonder voor uitgebluste fietsers als wij. De afgelopen maanden hebben we ons door de moeilijke momenten heengesleept met fantasien over Thaise stranden, Beach-resorts en lekker eten met Engelstalige menukaarten. Thailand heeft de verwachtingen meer dan waargemaakt.

Toch fietsen we al met al 1200km in Thailand in 13 fietsdagen, veelal over goede wegen, zonder bergachtige opstakels en altijd met de noordoostelijke droge moesonwind in de rug. Het is groen van de bossen, rijstvelden, palmolie- en rubberplantages. De mensen zijn als overal aardig en behulpzaam en in het zuiden herkennen we de bijzondere gastvrijheid die we eerder in andere moslimgebieden zijn tegengekomen. Het weer is fantastisch, al is het op de fiets soms flink zweten geblazen door de vochtige hitte.

Bijzonder is dat we Google Maps in de variant voor voetgangers de route laten uittekenen en dat we daardoor vaak via allerlei ongeasfalteerde wegen feilloos en zeer gericht onze bestemming bereiken. We treffen een aantal opvallende gebruiken aan. Zo staan er voor vele huizen prachtige, grote stieren te pronken. Je ziet ze niet werken op het land, vlees eet men hier zeer weinig en ze zien er uitzonderlijk sterk en gezond uit. Na enkele dagen komen we er achter dat het een hobby is; de mannen hopen een goede vechtstier op te voeden om er veel geld mee te verdienen. Degene die zich geen stier kunnen veroorloven storten zich op het houden van zangvogels. Ze verzamelen zich met hun brommers en vogelkooien en een jury bepaalt welk vogeltje het beste en langste zingt. Er wordt volop gewed en de eigenaar van het winnende vogeltje is apetrots als zijn vrienden ons gebaren de vogel te filmen.

De overige 24 dagen in Thailand brengen we heel anders door: nieuwjaar vieren in Bangkok, op bezoek bij Robert en Monique in Pattaya, cursus kitesurfen, Thaise massages, duiken bij Koh Tao, relaxen in een resort op Koh Lanta, snorkelen, grotten en natuurparken bezichtigen en tenslotte zeekayakken in Nationaal Park Tarutao. Dat is wat je noemt een beloning!

Na vier dagen kayakken in kalm, tropisch water brengen we een idee op aan onze gids. In het water leeft hier fluoriserend plankton dat zichtbaar wordt in de golven of als je er in het donker doorheen vaart. Wij willen daarom 's nachts kayakken! De gids vindt het prima. Onder de sterrenhemel licht het plankton schitterend op bij onze peddels. Aan de overkant merken we echter dat de wind flink sterker is geworden en we gaan snel terug. De golven en de wind maken het ons echt moeilijk en we doen ons best bij elkaar te blijven. Hierdoor hebben we weinig oog voor het plankton maar meer voor de lampjes op het eiland waar we heen willen. Veilig bereiken we uiteindelijk toch ons paradijselijke strand.

Nog tien dagen door Malaysie en we zijn weer thuis.

Gelukkig hebben we de foto's nog: http://picasaweb.google.com/maartenhovers

donderdag 8 januari 2009

Cambodja

Een laatste stunt

Na twee weken lang een vlakke weg met wind mee, gaan we het fietsen voor het eerst bijna saai vinden. Als we aankomen in Cambodja, Stung Treng, wachten ons nog eens 650 saaie kilometers naar de tempels van Angkor en daar worden we wat rusteloos van. Er zou ook een afsnij-route moeten bestaan, dwars door het binnenland maar daar is nauwelijks iets over bekend.....We nemen een volle dag om het eens goed uit te zoeken; internet, reisgidsen, landkaarten maar vooral rondvraag bij de bevolking. De adviezen variëren van 'absoluut onmogelijk' naar 'difficult but possible'. We hebben dus een sprankje hoop en besluiten het erop te wagen. We slaan eten in voor 3 dagen plus noodrantsoen en kopen de beste kaart die we kunnen vinden uit het interieur van een internetcafé. De adrenaline begint te stijgen en als de wekker 's ochtends gaat springen we haast uit bed, wat staat ons te wachten?!

Na het oversteken van de Mekong staan we dan met de fiets op een stoffige zandweg. Met wat geluk vinden we de afslag naar onze weg, een heus wandelpaadje dwars door de jungle. We stuiteren de hele dag over boomwortels, doorkruisen stroompjes, bukken voor enorme takken en lopen over wankele boomstam-bruggen. Zo nu en dan komt een scootertje ons tegemoet, of zien we een ossenwagen bij kleine hutjes. Doordat we ons topfit voelen en de grond van hard zand is, gaan we sneller dan gedacht. In dit gebied zijn nog veel landmijnen aanwezig, camperen in het bos is dan ook onverstandig. We zijn daarom erg blij als we in een dorp kunnen slapen bij mensen thuis.
Dag 2 gaat echter een stukje zwaarder met behoorlijke stukken mul zand waardoor we de fietsen veel moeten duwen en zelf in het stof happen. Het lukt toch de grotere plaats Preaher Vehear te bereiken en we voelen weer een ouderwetse triomf: het gaat ons lukken! 'S Ochtends zien we bij het wegrijden een groot veld waarop gevoetbald wordt en besluiten even te kijken. Binnen een minuut wordt Maarten gevraagd een wedstrijdje mee te doen met het lokale kersttoernooi. Veel teamleden spelen op blote voeten en de grensrechters vlaggen met een tak vol bladeren, maar men speelt bloedfanatiek en er is veel plubliek. Bij het eerste balcontact wordt hard gelachen en “Van Nistelrooy!” geroepen. Cambodjanen lachen sowieso zeer gemakkelijk, ze doen het de hele dag en het werkt enorm aanstekelijk. Als we onderweg een fietser inhalen, rolt de man bijna van zijn fiets van het lachen en hij blijft er een paar minuten in hangen. Of het nou uitlachen is of niet, we worden er in ieder geval super vrolijk van. Een teamgenoot van Maarten vraagt ons waar we naar toe gaan en als hij over de tempels van Angkor hoort, vraagt hij: “ waarom vinden alle toeristen die tempels hier toch zo leuk?”.
Dag 3 bereiken we de eerste tempel, Koh Ker, afgelegen in de jungle. Van de bewakers mag onze tent ernaast staan en bij de buurvrouw mogen we ons wassen. Ik krijg een sarong van haar aan en Maarten een gezellig rokje, zo kunnen we het water uit de waterton scheppen en ons wassen in de tuin terwijl de familie er omheen zit. In het schemer lopen we alleen langs de tempels, heel indrukwekkend. Het is kerstavond als we even later aan een geweldige campingmaaltijd voor ons tentje zitten op deze bijzondere plek. Ook de volgende dag mag onze tent naast een oude tempel staan, op de veranda van de bewaker. We sluipen s' avonds achter een tenger vrouwtje aan door de tempel naar alle mooie plekjes.
Na 5 dagen ploeteren, volledig bedekt in rood stof, maar met een glimlach van oor tot oor bereiken we Siem Reap. We hebben het geflikt! Dit binnendoor-avontuur hadden we voor geen goud willen missen. In de korte tijd dat we in Cambodja zijn geweest, zijn we heel enthousiast geworden over de bevolking. De mensen zijn altijd vrolijk, geinteresseerd en in staat de mooiste glimlach tevoorschijn te toveren. Nu resteren nog 2 dagen tot aan de grens met Thailand. Het is recht toe recht aan, maar het is zeker niet saai. De weg verkeert in dramatische staat en we voelen ons zelfs gedwongen stofkapjes te kopen. Gelukkig kunnen ze aan Thaise zijde meteen weer af. Op naar Bangkok voor Oud en Nieuw!

dinsdag 16 december 2008

Laos

Jewel of the Mekong

Wat een overgang! We dachten dat Yunnan al overgangsgebied was, maar zodra we de grens naar Laos passeren weten we heel precies waar de overgang ligt: exact daar. Aan Chinese zijde een en al bedrijvigheid en modernisering, in Laos slapende mensen in hangmatten en armoedige bamboehuisjes. Waar in China een een-kind politiek heerst, lijkt hier een wedstrijdje aan de gang te zijn.

Na 18 dagen onafgebroken fietsen nemen we een flinke pauze aan de Rivier de Ou, in een dorp alleen bereikbaar per boot. We hebben een bungalow met hangmatten aan het water en genieten van een geweldig uitzicht en van drie toeristenmaaltijden per dag. De nacht begint met maanlicht, vogelgeluiden en kikkergebrul en hij eindigt met mist en hanengekraai uit alle richtingen.

Daar laten we eindelijk de was weer eens doen, iets waar we enorme spijt van krijgen. De wasmevrouw denkt de volgende ochtend mij naar de boot te zien lopen en wil me nog gauw de was meegeven. Degene, die op mij lijkt (?), denkt dat iemand die al naar de boot is vertrokken zijn spullen in het guesthouse is vergeten en neemt de tas aan. Daar gaan dus alle fietsbroeken en -shirtjes...om ze nooit meer terug te vinden en dat lijkt rampzalig want probeer in Laos maar eens wielrenbroeken te vinden.

Per boot gaan we over de Ou en deels over de Mekong naar Luang Prabang, een stad die geheel op de werelderfgoedlijst is geplaatst en dat is goed te begrijpen. Vanaf China tot in Cambodja volgen we de Mekong die we steeds breder en machtiger zien worden.

In Luang Prabang vinden we een paar sportshirtjes en we besluiten het te gaan proberen met iets te strakke korfbalbroekjes zodat de huid tenminste beschermd is. Op weg naar Vientiane rijden we op die manier in de laatste bergettappe van onze reis ons oude klimrecord van dag 1 uit de boeken: 2050 hoogtemeters. Wanneer we drie Oostenrijkse fietsers tegenkomen vertellen we ons verhaal van de verloren kleren. Een van de drie heeft een oude fietsbroek die hij mij wel wil geven... ik twijfel even. Wanneer de andere me verzekeren dat het geen probleem mag zijn als ik hem twee of drie keer goed uitwas, hap ik gretig toe. Nood breekt wet! Voor Janneke vinden we in Vientiane uiteindelijk ook een fantastische Laos-style wieleroutfit.

Door de korter wordende dagen gebeurt het dat we twee keer in het donker door het bos naar onze bestemming rijden. Het bos komt tot leven en in het maanlicht cruisen we door het schemerduister, terwijl de vuurvliegjes ons de weg wijzen en de kikkers en vogels ons aanmoedigen ofwel waarschuwen. Niet een ervaring die we bewust nog eens op zouden zoeken, maar heel bijzonder was het wel.

In Vientiane eten we heerlijk gegrilde vis aan de Mekong met briljante zonsondergang, het is er gezellig! Van daar rijden we zuidwaarts naar de Cambodjaanse grens. We nemen een kleine omweg naar de grotten van Kong Lo en dat is de extra kilometers dik waard. Een mooie, dunbevolkte omgeving met karstbergen en veel bossen. Daar ergens breekt de bout van mijn zadel af, 30km voor het volgende dorpje...staand op de pedalen maak ik de etappe af . In het dorp vinden we gelukkig bij een brommerhandel een passende bout.

In Zuid-Laos liggen de Four Thousand Islands in de Mekong. Op een van deze eilanden rusten we twee dagen uit, vullen we onze reserves aan met goed eten en drinken en luieren wat in de hangmat onder de palmbomen. Ik moet zeggen dat het na zulke dagen soms moeilijk is weer op de fiets te stappen.

Na 600 vlakke kilometers zijn we nu bijna in Cambodja. Eigenlijk kijken we uit naar een nieuw land. Laos heeft een mooi landschap en het leven aan de rivier is op veel plaatsen heel ontspannen. Het is echter een land met een voor ons iets te hoge graad van luiheid. De mannen zijn onzichtbaar op het land, ze besluiten zich bij de pomp te gaan wassen op de meest vreemde tijdstippen, spelen met hun vechthanen en hangen in de hangmat voor het huis. De vrouwen zitten werkeloos voor een klein winkeltje met een handvol producten, kletsen met vriendinnen en letten wat op de kinderen, als ze die tenminste niet aan de borst hebben. Wat ze verder doen laat zich raden als je de enorm hoeveelheid kinderen in de dorpen ziet. Maar als iets zich de Jewel of the Mekong mag noemen, dan zijn het de kinderen van Laos. Ze zijn altijd vrolijk aan het spelen met het eenvoudigste speelgoed, ze lijken geen last te hebben van de armoede en missen geen Playstation 3. Als wij langskomen klinkt er een wave van kindergroeten door het dorp: Sabaidee!!!!!!!!!!!!!!!

We hebben onze geplande route wat gewijzigd om ook Cambodja en in het bijzonder de tempels van Angkor aan te kunnen doen. Ook onze eindbestemming en -datum zijn gewijzigd, die liggen nu wat verder weg. Op 13 februari vliegen we terug vanaf Kuala Lumpur. Zo kunnen we in Zuid-Thailand ook nog gaan doen wat de meeste mensen onder vakantievieren verstaan.

maandag 17 november 2008

Yunnan

De overgang

Oeff, net op de tijd de bergen uit: we worden op sneeuw getracteerd als we 's ochtends wakker worden te Shangri-la. Met de kleine stenen straten, lampionnetjes en houten huizen verkeren we daardoor ineens in een kerstsfeer. Maar ach, vanaf nu wordt alles warmer en makkelijker, toch?

In kou en regen fietsen we naar het zuiden, via de Tiger Leaping Gorge. Een enorme kloof waardoor de Yangtse rivier buldert. In twee (regenachtige) dagen lopen we hoog door de kloof met geweldig zicht op de rivier, daarna gaan we er per fiets doorheen, wat een spectakel. Met veel slepen, tillen en duwen bereiken we een kleine pont die ons over de Yangtse zet. Aan de overkant kunnen de tassen gelukkig per paard de steile wand omhoog, de fiets slepen wij wel. Bij een volgende klimetappe over een blubberweg ontdekken we na 3 zwetende uren dat we in het verkeerde dal zitten. Tja, dat was ons nog niet gebeurd deze reis. Vol goede moed gaan we naar de goede weg, die moet wel beter zijn. Met 40 kilometer klimmen over kasseien zitten we daar helaas ver naast. Vermoeid stranden we bij een Naxi familie, zij hebben nog een kamertje vrij als we beloven niet met z'n tween in een bed te gaan (zien we er toch nog zo fit uit?)

Richting Lijiang laten we de laatste besneeuwde bergtoppen achter ons. Lijiang is een oud Naxi dorp met schilderachtige zichten; kleine steegjes met rode lampionnen, houten huisjes met leien daken, kraakheldere kanalen met goudvissen en maiskolfverkopers in iedere straat. 's Ochtends dansen de oude vrouwtjes in klederdracht op het plein en 's avonds zien we de mannelijke 80-plussers in een orkestje spelen. Allemaal keurig in een glimmend pak met wijde mouwen en met een lange grijze sik. Het idyllische dorpje is wel overspoeld met chinese toeristen die het 's avonds op een zuipen zetten en vaak kotsend over de schattige bruggetjes hangen. Arme goudvissen.
Nog zuidelijker mag de korte broek weer aan. Op de weg naar Dali zien we de eerste rijstterrassen waar deze provincie, naast de thee, zo beroemd om is. De veranderingen gaan ineens heel snel; De grasslands zijn verruild voor terrassen, zover het oog reikt. In plaats van walnoten eten we kokosnoten, de yaks hebben plaats gemaakt voor waterbuffels en we drinken groene thee in plaats van yakboterthee.
Om wat chinese cultuur te ervaren boeken we een Tai Chi les. In het donker wachten we 's ochtends op de leraar. Hij komt aangerend in z'n zijden pakje en zegt 'volg mij!' In een flink tempo rennen we omhoog door de oude stad naar de stadsmuur waar zojuist de zon van achter de bergen verschijnt. Uiterst geconcentreerd maken we vervolgens de langzame en sierlijke bewegingen van de Tai Chi. Het voelt heerlijk zo de dag te beginnen en onze betonnen benen eens te stretchen.
Midden in het bos juichen we als we door de 10.000 fietskilometers gaan, hoera!! Kennelijk een kritische grens voor onze materialen want we hebben voor het eerst pech. Voor een probleem met beide trap-assen moeten we 'even' 400 km op en neer met de bus naar de grote stad. Een van de slaapmatjes gaat lek en de versnellingskabel gaat stuk. De laatste repareert Maarten volledig in stijl door het te spalken met een chinees eet-stokje.
De overgang gaat in volle vaart, maar onze kilometers niet. We meenden een redelijk goede weg naar de zuidelijke grens te hebben gekozen, maar vanuit het niets verandert deze in kasseien, dit keer drie dagen lang. Het overige verkeer lijkt (met goede reden) verdwenen en we zijn alleen in de bush bush. Zelfs de chinese toerist laat zich hier niet zien en het geweldige zicht op de terrassen hebben we helemaal voor ons alleen. Het is ongelooflijk wat een zware inspanning men hier levert om de grond te bewerken en gewassen te verbouwen. Ligt het aan ons of smaakt het eten daardoor ook beter? Eenmaal in een grotere stad (met asfalt) horen we dat de weg hierna nog slechter wordt. Veel hebben we niet aan deze waarschuwing want we zullen toch echt die kant op moeten. En hoe erg kan het eigenlijk zijn na 3 dagen kasseien? Met blubber, zand en keien kan het toch echt erger. We schieten voor geen meter op. Gelukkig hebben we er wel schik in, het lijkt net op mountainbiken in de jungle en er komen weer veel duimpjes van passerende motoren.

Na een heerlijke afdaling langs bananen- en theeplantages zitten we nu onder de palmbomen van Jinghong. De overgang naar Zuid-Oost Azie is nagenoeg compleet. China zullen we over een kleine week gedag zeggen en verruilen voor Laos. Wat zal dat land voor ons in petto hebben?

vrijdag 24 oktober 2008

Sichuan

Over de hoge bergpassen van West-Sichuan

Onze weg voert in een zuidwestelijke richting over het Tibet plateau richting Yunnan Province.
Onze reisgids zegt over deze route het volgende:

"The Sichuan-Tibet Highway is one of the world's highest, roughest, most dangerous and most beautiful roads. As yet there isn't much in the way of tourist facilities."
"If possible, the disrepair of roads of the northern route exceeds those on the southern route and offers a real test of the mettle of any mortal who dares set upon them. The highlights are many, however."
Echt een weg voor ons dus...

Het resultaat van deze keuze is een eenvoudige opsomming:
- 12 bergpassen boven de 4200meter
- 1200km op hoogtes tussen de 3000m en 4700m
- 17600 hoogtemeters
- 19 fietsdagen
We mogen van geluk spreken dat we niet alleen achteraf van deze tocht genieten.

De dalen in herstkleuren met wildstromende beken, de hoge bergwanden, de afdalingen, de vele tibetaanse kloosters en de fantastische panorama's maakten dat we door wilden zetten zo lang als we konden. Bovendien kwamen we op de moeilijkste momenten de aardigste mensen tegen. De lokale bewoners hebben ons ontvangen in hun huizen en tenten, waar we altijd konden aanschuiven bij de kachel voor een eenvoudige maaltijd. De overige toeristen, vrijwel uitsluitend Chinezen, hebben ons vanuit hun jeeps aangemoedigd op de hoogste delen van de pas terwijl ze hun videocamera's lieten draaien en vele foto's schoten.

Op het hoogste punt (4738 meter) bij een uitzichtspunt zien we twee toeristenbusjes staan. Het loopt tegen een uur of drie 's middags, ons water is op en door de kou en de harde wind hebbenn we geen geschikt plekje voor de lunch kunnen vinden. We weten wat er gaat gebeuren en grijpen deze kans. We stoppen en ik vraag of we wat water kunnen krijgen terwijl Janneke haast wanhopig aan de chauffeur vraagt of de weg vanaf hier nog meer stijgt...Terwijl we het flesje water wegdrinken en een pakje koekjes openen is het medelijden van de Chinezen niet meer te houden. De bus wordt afgezocht en we krijgen twee repen Toblerone (!), broodjes, een appel, nog meer water en koekjes. Blijkbaar zijn we ook een mooi tafereel voor op de foto: minstens honderd maken ze er.

De lokale tibetaanse bevolking heeft ons ook onvergetelijk ontvangen. Wonend in een tochtige tent op 4200 meter met hun yaks komt hun nederzetting voor ons op het juiste moment. Vermoeid dalen we een stukje af in het grasland en komen bij de drie families. Met z'n allen helpen ze de tent opzetten, proberen onze fietsen uit en we verzamelen de yaks voor de nacht. Samen maken we veel lol met de foto- en videocamera en rond de houtkachel in de tent is het oergezellig. Als we net in ons tentje liggen horen we het gezang van de gehele familie voor het slapengaan.

Voor het bedwingen van de hoge bergpassen hebben we de volgende routine gevonden: in het laatste dorp slaan we eten in voor een aantal dagen; oatmeal met melk en appel als ontbijt, instant noodles voor de lunch en rijst met een blikje vis en groenten als avondmaaltijd. De grote passen kunnen we niet in een dag overwinnen, aangezien we na 1200 tot 1400 meter klimmen aan het einde van onze krachten zijn. Op een paar honderd meter onder de top zoeken we een beschut plekje voor de tent, bij voorkeur dichtbij stromend en schoon water. Na een flitsende routine om de tent klaar te maken voor de nacht, schakelen we over op eten koken. Ik bedien de brander en Janneke snijdt de groenten. Na een half uur kruipen we in de tent om beschut tegen de kou te eten. Daarna snel water koken om af te wassen, thee te maken en vooral om een warme kruik voor in Janneke's slaapzak te prepareren. 's Nachts vriest het zelfs in de tent, maar de slaapzakken zijn voldoende warm. 's Ochtends maken we het ontbijt, slaan het ijs van de tent en wachten tot de zon ons heeft bereikt voordat we onze spullen kunnen pakken. Vertrekkend met muts op, handschoenen en alle kleren aan zijn we klaar voor een dag fietsen.

Ondanks al onze inspanningen komen we in tijdnood. Het visum verloopt bijna en Shangri La in Yunnan Province is de dichtstbijzijnde plek om te verlengen. De omweg die we in het begin van Sichuan moesten nemen en de zwaarder dan verwachte route hebben te veel tijd gekost. Daarbij komt dat Janneke uiteindelijk geen bergpas meer kan zien, hoewel ze zich fantastisch heeft weten te focussen en motiveren om in ieder geval Litang te halen. Na een dagje rust stemt ze zelfs in met nog drie dagen fietsen en klimmen naar de grens met Yunnan, wat een ongelofelijke kracht heeft ze! In Xiangcheng moeten we ons echt gewonnen geven en leggen de laatste 200km met de bus af.

Nu zijn we in Shangri La. Het is een mooi, maar koud stadje op 3300meter met houten huizen. We hebben een luxe lodge uitgezocht met verwarming, zit-toilet en electrische dekens in een heerlijk bed met schone witte lakens. Zo wordt Shangri La toch het beloofde paradijs op aarde.